Je neefje heeft op school geleerd over de maaltafels. Hij is ermee aan het oefenen maar het lukt niet zo goed.
Om hem te helpen maak je een programma dat de maaltafels van elk cijfer kan genereren zodat hij zichzelf kan testen.

Invoer

Eén cijfer (geheel getal), dit is het cijfer waarvan je de maaltafel gaat tonen

Uitvoer

20 regels die de maaltafel van de ingevoerde waarde toont. Startende vanaf 1

Voorbeeld

Invoer:

5

Uitvoer:

1 x 5 = 5
2 x 5 = 10
3 x 5 = 15
4 x 5 = 20
5 x 5 = 25
6 x 5 = 30
7 x 5 = 35
8 x 5 = 40
9 x 5 = 45
10 x 5 = 50
11 x 5 = 55
12 x 5 = 60
13 x 5 = 65
14 x 5 = 70
15 x 5 = 75
16 x 5 = 80
17 x 5 = 85
18 x 5 = 90
19 x 5 = 95
20 x 5 = 100