Pipelining — het gebruik van pipes — is een techniek die je kunt gebruiken om het standaard uitvoerkanaal (stdout) van een commando te koppelen aan het standaard invoerkanaal (stdin) van een ander commando.
Het commando tail toont de laatste regels van een bestand. Het commando head doet iets gelijkaardig, zoals de naam van het commando misschien al deed vermoeden. Meer informatie over de werking van head en tail vind je in hun man pages.
Het commando wc telt het aantal regels, woorden en karakters op stdin of in de bestanden waarvan de locaties als argumenten aan het commando doorgegeven worden.
Als we ervan uitgaan dat de huidige directory het tekstbestand numbers.txt1 bevat, geef dan commando's die de volgende opdrachten uitvoeren (één commando per opdracht):
Schrijf de laatste 25 regels van het bestand numbers.txt uit naar stdout.
Schrijf regels 25 tot en met 75 van het bestand numbers.txt uit naar stdout.
Schrijf de tweede regel van het bestand numbers.txt uit naar stdout.
Voer een commando uit dat telt hoeveel bestanden er in je home directory staan, inclusief de verborgen bestanden (bestanden waarvan de naam begint met een punt). Het aantal bestanden moet uitgeschreven worden naar stdout.
Op Dodona worden de commando's van de oplossing die je ingediend hebt niet in je home directory uitgevoerd, maar in een working directory die niet je home directory is.