Een pangram is een zin waarin elke letter van het alfabet minstens 1 keer gebruikt wordt. Dergelijke zinnen worden dikwijls gebruikt om een lettertype te demonstreren. De meest gekende pangram luidt "The quick brown fox jumps over the lazy dog.". In deze oefening gaan we na welke letters ontbreken in een gegeven tekst om een pangram te realiseren.
Schrijf een functie pangram()
met één argument, namelijk een tekst. Het resultaat is een lijst van letters,
namelijk de letters die ontbreken om een pangram te vormen. Hierbij neem je in deze resultaatlijst enkel kleine letters op. Indien
de letter 'a' in deze resultaatlijst voorkomt, betekent dit dat de argumenttekst de letters 'a' en 'A' niet bevat. Orden deze resultaatlijst
alfabetisch.
TIP: indien c
een hoofdletter voorstelt, dan vind je de bijhorende kleine
letter via de constructie chr(ord(c) + 32)
.
Eén tekstargument.
Een lijst van kleine letters, alfabetisch geordend, waarin de ontbrekende letters voorkomen opdat het argument van de methode een pangram zou zijn.
pangram('The quick brown fox jumps over the lazy dog.') = [] #lege lijst pangram('BcDeFgHiJkLmNoPqsTuVwXyZ') = ['a', 'r'] pangram('zYxWvUtSQpOnMlKjIhGfEdCb') = ['a', 'r']