Dit is een eerste herhalingsoefening op wat we hiervoor hebben gezien.
Schrijf een programma dat een (onregelmatig) werkwoord (ĂȘtre, aller, dire) vraagt en een nummer van een persoonsvorm.
Het programma print de juiste vervoeging.
Tip: begin met het maken van de lijsten met vervoegingen van de 3 werkwoorden.
Invoer:
aller
1
Uitvoer:
Je vais