Opgave
Een sneeuwvlok heeft een 6-hoekige structuur en er wordt wel eens gezegd
dat geen twee sneeuwvlokken dezelfde zijn, maar we willen dat volksgeloof
toch ook wel eens testen, toch gedeeltelijk.
Van een sneeuwvlok bepalen veldwerkers dus 6 getallen: in elk van de zes buitenwaartse richtingen
tellen ze hoeveel vertakkingen er zijn, met de wijzers van klok mee. Die
6 getallen gaan in een database. Die 6 getallen bepalen niet helemaal een
sneeuwvlok, maar het is een begin. We willen weten of onze database
twee gelijke sneeuwvlokken bevat, enkel afgaand op de 6 getallen die een
sneeuwvlok bepalen. Er is wel een probleem: als je een sneeuwvlok draait
over 360/6 graden, dan veranderen die 6 getallen van volgorde, maar het
gaat nog altijd over dezelfde sneeuwvlok. Als voorbeeld: 1 2 3 4 5 6 stelt
dezelfde sneeuwvlok voor als 3 4 5 6 1 2. Bovendien kan je een sneeuwvlok
bekijken langs voor en langs achter, dus ook 1 2 3 4 5 6 en 6 5 4 3 2 1 zijn
afkomstig van dezelfde sneeuwvlok.
Invoer
De eerste regel stelt het aantal testgevallen voor. Per testgeval volgen A + 1
regels:
- de eerste regel geeft het aantal sneeuwvlokken A dat volgt voor dit testgeval
- de volgende A regels beschrijven telkens één sneeuwvlok: 6 getallen gescheiden door een blanco.
A kan maximaal 1000 zijn, en de 6 getallen die een sneeuwvlok beschrijven zijn 0 of groter en kleiner dan 101
Voorbeeldinvoer:
2
5
1 2 3 4 5 6
1 1 1 2 2 2
1 2 2 2 1 1
6 5 4 3 2 1
2 2 2 1 1 1
2
1 2 3 4 5 6
1 1 1 1 1 1
Uitvoer
Het aantal af te drukken regels hangt af van het testgeval: in ieder geval
begint elke regel die bij een testgeval hoort, met het volgnummer van het
testgeval.
- als in het testgeval geen duplicaten voorkomen, dan druk je geen duplicaten af
- voor elke sneeuwvlok die voordien in de input voorkwam druk je die sneeuwvlok af en de tekst kwam eerder voor
De verschillende items in de uitvoer worden gescheiden door één blanco.
Voorbeelduitvoer:
1 1 2 2 2 1 1 kwam eerder voor
1 6 5 4 3 2 1 kwam eerder voor
1 2 2 2 1 1 1 kwam eerder voor
2 geen duplicaten