In deze oefeninge bouwen we verder op de oefening Bonuspunten1 uit reeks 2.
We berekenden het eindcijfer voor het vak programmeren op basis van drie deelscores: de punten voor het oefeningenexamen (cijfer op 10), de punten voor het examen theorie (cijfer op 10) en de bonuspunten (0, 1 of 2).
De berekening ging als volgt:
Schrijf een functie eindcijfer die drie argumenten heeft:
De functie retourneert het eindcijfer (geheel getal tussen 0 en 20).
>>> eindcijfer(8, 7, 0)
15
>>> eindcijfer(9, 9, 2)
18
>>> eindcijfer(9, 8, 2)
18
Deze oefening heeft als enig doel dat je goed het verschil begrijpt tussen een print en een return statement. Je kan de berekening overnemen uit de vorige oefening en aanpassen.
Als in de opgave gevraagd wordt om een functie te programmeren, dan hoef je niets op het scherm af te drukken. Gevolg is dat er in PyCharm niets zal gebeuren als je het programma uitvoert. De functie hoeft immers niet aangeroepen te worden.