Een rondo (ook: rondeau of rondeel) is een vers- en muziekvorm die ontstaan is tijdens de middeleeuwen, waarbij een hoofdthema — het zogenaamde rondothema — telkens als een soort refrein terugkeert. De tussenliggende delen, die andere thema's bespelen, worden dan de coupletten genoemd. Tijdens het classicisme was de opeenvolging van refreinen en coupletten vaak symmetrisch, en werden patronen gebruikt van de vorm ABA of ABACABA.
Dit soort symmetrische patronen kan makkelijk geconstrueerd worden op basis van de volgende procedure. De procedure start met de meest eenvoudige vorm A van een symmetrisch patroon, die het hoofdthema voorstelt. Het volgende patroon wordt steeds bekomen door de volgende letter van het alfabet aan het vorige patroon toe te voegen, en daarachter nogmaals het vorige patroon te herhalen. Op die manier krijgen we achtereenvolgens A, ABA, ABACABA, ABACABADABACABA, ….
Veronderstel dat we bovenstaande
constructieprocedure lang genoeg blijven herhalen totdat we een
symmetrisch rondopatroon krijgen van de vorm ABACABADABACABA….
Wat is dan het deelpatroon dat start op positie
De eerste regel van de invoer bevat een
getal
Schrijf voor elk geval het deelpatroon uit
van een voldoende lang symmetrisch rondopatroon dat start op positie
Invoer:
3 3 1 6 4 7 5
Uitvoer:
A BADA ADABA