Opgave

Als je in het buitenland geld wilt afhalen aan een bankautomaat, rekent de bank soms een kost aan die bovenop het bedrag komt dat je afhaalt. Je hebt drie bankkaarten op zak.

Schrijf een programma dat vraagt om een bedrag in te voeren. Dit bedrag is een natuurlijk getal. Het programma berekent en toont de voordeligste bankkaart (\(\mathsf{A}\), \(\mathsf{B}\) of \(\mathsf{C}\)) om dit bedrag af te halen. Op een tweede lijn toont het het totale bedrag dat van je rekening zal afgehouden worden. Test je programma in Dodona.

Voorbeeld

Invoer:

Geef een bedrag in euro: 50

Uitvoer:

B
52.5

Invoer:

Geef een bedrag in euro: 100

Uitvoer:

A
104.0

Invoer:

Geef een bedrag in euro: 200

Uitvoer:

C
205