Elementen

Elke gegevensverzameling bevat informatie over een bepaalde groep elementen. Elementen zoals auto’s, mensen, waterstalen bij een zoetwateronderzoek … Elementen zijn dus de zaken waarover we informatie verzamelen en waarover we uitspraken willen doen.

Variabelen

Deze informatie organiseren we in variabelen. Een variabele is dus een eigenschap van een element en kan verschillende waarden aannemen. Bijvoorbeeld:

• Een auto (=element) kan bijvoorbeeld rood zijn (= kleur als variabele) of kan een bepaalde hoeveelheid PK hebben (= PK als variabele).
• Een liedje kan zich binnen een genre bevinden en heeft een aantal ‘beats per minute’.
• Bij de analyse van belastingen is het misschien interessant om het biologisch geslacht of identiteit mee te nemen (= variabele geslacht), net als het inkomen van de burgers (= variabele inkomen).

Kwalitatieve Variabelen

Je merkt wellicht al dat die variabelen verschillen. Met de ene kan je rekenkundige bewerkingen uitvoeren (bijvoorbeeld het gemiddelde berekenen van de inkomens), maar met de andere niet (mediaan van geslacht is niet echt een ding).

Er bestaan dus variabelen die elementen indelen in categorieën. Categorieën zoals kleur, genre of geslacht/ identiteit. Dit zijn noemen we kwalitatieve variabelen.

Bijvoorbeeld:

• Kleur van verf;
• Soort van een plant;
• Woonplaats van een burger.

Kwantitatieve Variabelen

Er bestaan variabelen die numerieke waarden aannemen waarop we wel rekenkundige concepten kunnen toepassen zoals vermenigvuldiging, gemiddelde berekenen, bepalen van de mediaan … Die noemen we kwantitatieve variabelen.

Bijvoorbeeld:

• Spanwijdte van een vogel;
• Aantal dieren in een kudde;
• Aantal calorieën.