De faculteit $$n!$$ van een getal $$n \in \mathbb{N}$$ wordt gedefinieerd als \[ n! = 1 \cdot 2 \cdot 3 \cdot \dots \cdot (n-1)\cdot n\] met de bijkomende afspraak dat \[0! = 1\]
De eerste regel van de invoer bevat een getal $$t$$ dat aangeeft hoeveel testgevallen er zijn. Daarna volgt voor elk van de $$t$$ testgevallen een regel die een natuurlijk getal $$n$$ bevat.
Schrijf voor elk testgeval de faculteit $$n!$$ van het gegeven getal $$n$$ op een afzonderlijke regel. Als $$n > 13$$ schrijf je in plaats daarvan de regel "invoer te groot" naar de uitvoer.
Invoer:
4
0
3
4
100
Uitvoer:
1
6
24
invoer te groot