Lange zinnen kunnen wel eens te complex of te saai zijn om naar te luisteren. Maar niet om er een programmeeroefening rond
te bedenken.
Lange zin
De zinnen die wij in deze oefening bestuderen voldoen aan volgende regels:
- Na een woord volgt een spatie;
- Op het einde van een zin staat steeds een punt;
- Na een leesteken volgt een spatie (tenzij op het einde van een zin);
- Leestekens staan onmiddellijk na een woord.
Teksten die bestaan uit zinnen die voldoen aan bovenstaande regels, voldoen op hun beurt aan volgende regels:
- Tussen een punt en de eerste letter van de volgende zin staat exact één spatie;
- Het punt na de laatste zin van de tekst, is het laatste teken van de tekst.
Opgave
Programmeer volgende functies:
- tel_woorden: geeft van een zin die aan de gegeven regels voldoet, het aantal woorden terug.
- langste_zin: geeft het aantal woorden van de langste zin van een gegeven tekst terug. Zowel de tekst als de
zinnen waaruit de tekst bestaat, voldoen aan de gegeven regels.
Voorbeeld
>>> tel_woorden('Ze weet al welke ze wil.')
6
>>> tel_woorden('Die.')
1
>>> langste_zin('Ze weet al welke ze wil. Die. Ella krijgt haar nieuwe schoenen meteen.')
6