De vergelijking van Arrhenius — genoemd naar de Zweedse wetenschapper Svante Arrhenius1 — voorspelt de mate van chemische reactie. Hierbij wordt de reactiesnelheid berkend bij een bepaalde temperatuur op basis van de activeringsenergie en de kans dat moleculen met elkaar botsen. De gemiddelde hoeveelheid thermische energie die moleculen bij een bepaalde temperatuur $$T$$ (uitgedrukt in Kelvin) bezitten is gelijk aan $$R \cdot T$$, waarbij $$R$$ de moleculaire gasconstante voorstelt ($$8,314472\, \textrm{J}\textrm{K}^{-1}\textrm{mol}^{-1}$$). De fractie moleculen die genoeg energie hebben om de energiebarrière te overwinnen — degene met meer energie dan de activeringsenergie $$E_A$$, uitgedrukt in joule per mol — hangt exponentieel af van de verhouding tussen de activeringsenergie en de thermische energie. Dit vormt de basis van de vergelijking van Arrhenius: \[k = Ae^{\frac{-E_A}{R \cdot T}}\] waarbij $$k$$ de reactiesnelheid is voor de beschouwde reactie bij een bepaalde temperatuur, en $$A$$ de frequentiefactor voorstelt die specifiek is voor de reactie. Uit de formule volgt dat of het verhogen van de temperatuur of het verlagen van de activeringsenergie (bijvoorbeeld door het gebruik van katalysatoren) zorgt voor een verhoogde reactiesnelheid. Zowel $$k$$ als $$A$$ moeten voor een specifieke reactie experimenteel bepaald worden.

Invoer

Drie reële getallen, elk op een afzonderlijke regel, die respectievelijk de experimenteel bepaalde frequentiefactor $$A$$, de activeringsenergie $$E_A$$ en de temperatuur $$T$$ (uitgedrukt in Kelvin) voor een specifieke reactie voorstellen.

Uitvoer

De reactiesnelheid $$k$$ van de reactie waarvan de experimenteel bepaalde waarden gegeven zijn in de invoer. Deze reactiesnelheid moet berekend worden volgens de vergelijking van Arrhenius.

Voorbeeld

Invoer:

5.4
120
293.15

Uitvoer:

5.140579988724816