Gebruik altijd twee verschillende variabelen voor gegevens die je zowel als string als als getal (int/float) nodig hebt.
getal_str = input()
getal = int(getal_str)
Gebruik in de testfase print(type(jouw_variabele))
om te achterhalen welk type de
variabele jouw_variabele
is.
Kies goede namen voor variabelen.
Gebruik geen namen die gereserveerd zijn voor Python zoals type
, sum
, max
, min
…
Namen gebruiken die bestaan uit één (of enkele) letter(s) is meestal geen goed idee. Dit is zeer verwarrend. Geen langere namen gebruiken omdat dat meer tijd neemt om te typen, is geen goed excuus. De meeste editors geven immers aanvulsuggesties als je aan het typen bent, zodat je slechts enkele beginletters moet intikken van een reeds gekende variabele. Gebruik deze aanvulsuggesties!