Kort overzicht van wat we in dit hoofdstuk leerden:
Wat zijn boolean expressies?
Boolean waardes True
en False
Gebruik van de vergelijkingsoperatoren <
, <=
, ==
, >
, >=
, en !=
Gebruik van de in
operator (optioneel)
Gebruik van de Logische operatoren and
, or
, en not
(optioneel)
Werken met conditionele statements: if
, elif
, en else
Het belang van Blokken code en toepassen van een correcte Inspringing
Geneste condities
Voortijdig afbreken van de code door gebruik van de functie exit()
(optioneel)
Opstellen van een stroomdiagram: een schematische voorstelling van de werking van code.
Tijd om dit nu zelf toe te passen in de volgende oefeningen.