Schrijf een programma dat een werkwoorden vraagt (op -ER, -IR of -RE) en een persoonsvorm (Je, Tu, Il, Nous, Vous, Ils).
Het programma print de juiste vervoeging met de juiste persoonsvorm.
Tip: Maak gebruik van stukken code uit de vorige oefeningen.
Invoer:
parler
Je
Uitvoer:
Je parle