Een schaakcomputer moet kunnen berekenen of een zet geldig is of niet. Een toren mag zich bijvoorbeeld naar links en rechts bewegen en naar boven en beneden over één of meerdere vakjes, maar niet diagonaal. Dit zie je in de afbeelding hieronder. Stel nu dat we elke rij en elke kolom van een schaakbord nummeren met getallen van 1 t.e.m. 8. Dan kan een vakje beschreven worden a.d.h.v. coördinaten, bijvoorbeeld (2,5) staat voor kolom 2, rij 5. Schrijf een programma dat vier getallen inleest: de x-coördinaat van het startvakje, de y-coördinaat van het startvakje, de x-coördinaat van het eindvakje en de y-coördinaat van het eindvakje. Schrijf "Geldige zet" naar het scherm als de zet geldig is, en schrijf "Ongeldige zet" naar het scherm als de zet niet geldig is. Bijvoorbeeld: een zet van vakje (2,5) naar vakje (6,5) is geldig; een zet van (2,5) naar (3,4) is niet geldig.

Rook move

Voorbeeld

Invoer:

2
5
6
5

Uitvoer:

Geldige zet

Voorbeeld

Invoer:

2
5
3
4

Uitvoer:

Ongeldige zet