We introduceren een vierde datatype: booleans. booleans kunnen het makkelijkst begrepen worden door te kijken welke waarde er allemaal booleans zijn. Er zijn er namelijk maar twee: True
en False
(waar en onwaar). Booleans zijn van essentie bij vergelijkingen. Toen we vroeger 3.2 + 5 (float + integer) deden merkten we op dat het resultaat een float was. Wanneer we een vergelijking doen zal het resultaat steeds een boolean zijn.
Ga naar pythonshell en probeer zelf:
Waarom “a” kleiner is dan “b” leren we later in H05.
Willen we ook eens kijken naar is gelijk aan en is niet gelijk aan, dan dienen we ==
en !=
respectievelijk te gebruiken:
Finaal bekijken we ook even is groter dan of gelijk dan en is kleiner dan of gelijk aan:
Voor meer informatie kan je gaan naar H6.1 Boolean expressies in het boek.