Als je een expressie schrijft in de Python shell, en hem uitvoert, wordt het resultaat van de expressie eronder getoond. Bijvoorbeeld, als je het volgende commando in de shell schrijft en op Enter drukt, zie je het resultaat \(12\).

5 + 7

Echter, zoals ik liet zien in opgave [python.shell]1, als je een programma schrijft dat alleen het commando 5 + 7 bevat, dan zie je geen resultaat. In plaats daarvan moet je voor programma’s altijd expliciet aangeven dat je resultaten wilt tonen, zelfs als het gaat om een commando dat op de laatste regel van het programma staat.

Ook al gaat dit hoofdstuk over expressies, ik moet toch eerst iets uitleggen dat geen expressie is, maar een functie, namelijk een functie die het mogelijk maakt resultaten te laten zien. De functie die dat doet is print. Ik heb deze functie al gebruikt in hoofdstukken 2 en 3.

De print functie gebruik je als volgt: je schrijft het woord print, gevolgd door een rond openingshaakje, gevolgd door hetgeen je wilt laten zien, gevolgd door een rond sluithaakje. Bijvoorbeeld (en ook dit commando heb ik meerdere malen laten zien):

print( "Hello, world!" )

Als je deze code draait (door het op te slaan in een Python bestand en het te draaien in IDLE), zie je dat de tekst “Hello, world!” in de shell wordt getoond.

Overigens is het gebruikelijk dat wanneer auteurs van teksten over programmeren een functie bij naam noemen, ze er een openings- en sluithaakje achter zetten, om aan te geven dat het een functienaam betreft. Vanaf nu zal ik dat ook doen. Bovendien gebruiken auteurs soms niet het woord “functie,” maar het woord “statement” of “commando.” Deze termen duiden echter meestal op alles wat Python kan uitvoeren, niet alleen functies. Bijvoorbeeld, een expressie is ook een “commando.”

Je kunt meerdere dingen tegelijkertijd laten zien met een print() functie, door alles wat je wilt laten zien tussen de haakjes te zetten, met komma’s ertussen. De print() functie laat dan al die items zien, met spaties ertussen. Bijvoorbeeld:

print( "Ik", "heb", "twee", "appels", "en", "een", "banaan" )

De spaties in dit commando zijn overigens overbodig.

print("Ik","heb","twee","appels","en","een","banaan")

is precies hetzelfde als het commando ervoor. Je kunt zulke spaties toevoegen om de leesbaarheid te vergroten. Je mag ook spaties zetten tussen het woord print en het openingshaakje, maar de gewoonte is om bij functies altijd het openingshaakje aan de naam van de functie “vast te plakken.”

Merk op dat je met print() niet alleen teksten, maar ook getallen kunt laten zien. Je mag zelfs teksten en getallen door elkaar gebruiken.

print( "Ik", "heb", 2, "appels", "en", 1, "banaan" )

Laat een paar teksten zien met behulp van een Python programma. Let erop dat je alle teksten tussen aanhalingstekens moet plaatsen; je mag naar keuze dubbele of enkele aanhalingstekens gebruiken.