Dit is een vervolg op Codeer ASCII1.

Opdracht

Het hoofdprogrogramma leest een zin in, gecodeerd zoals in vorige oefening beschreven, en schrijft de originele zin uit. Je mag veronderstellen dat er geen fouten staan in de gecodeerde zin.

Voorbeeld

De gecodeerde zin is: 330011790470230301790860

De zin omdraaien en opsplitsen per drie cijfers: 068 097 103 032 074 097 110 033

De overeenkomstige karakters aan elkaar plakken geeft de zin Dag Jan!

Tips

Hoe kan ik de zin splitsen in groepjes van drie cijfers?

Schrijf eerst een for-loop waarmee je de startpositie kan bepalen van elk groepje van drie cijfers. Print ter controle de startposities uit.

Hoe kan ik dan de groepjes van drie cijfers eruit knippen?

Gebruik string slicing (zoek dit op de in de cursus). Pas de for-loop aan zodat je de groepjes van drie cijfers uitprint.

Hoe bepaal ik het overeenkomstig letterteken?

Bekijk de oefening ASCII standaard2. De functie staat ook in de API3

Hoe gebruik ik die functie?

De beschrijving van de functie in de API is: chr(i:int) -> str

Een correcte aanroep is: ch = chr(getal) met getal een geheel getal.

Hoe kan ik alle lettertekens terug samenvoegen tot één zin?
  • Gebruik een hulpvariabele, die je voor de lus initialiseert op "".
  • Plak elk letterteken erbij met +