Zoals ik aangaf kan ieder onveranderbaar data type een dictionary key zijn. Dat betekent dat je strings, integers, en floats kunt gebruiken als keys. Je herinnert je wellicht dat tuples ook onveranderbaar zijn, wat betekent dat ook tuples als keys gebruikt kunnen worden. Dat is soms nuttig.

Een eenvoudig voorbeeld van het nut van tuples als keys is een dictionary waarbij je informatie wilt opslaan die geassocieerd is met punten in een 2-dimensionale ruimte (ik besprak dit in hoofdstuk 121). Er is geen goede manier waarmee je een 2-dimensionaal punt kunt opslaan als een enkel getal of string. Het is niet onmogelijk (je kunt bijvoorbeeld het getallenpaar omzetten naar hun string-representatie en ze met een komma ertussen tot één string maken) maar het wordt al snel verwarrend (bijvoorbeeld, de strings "2,3", "2, 3", "+2,+3", en "02,03" zouden alle dezelfde tuple representeren, terwijl het verschillende keys zijn).