Proloog

één van de operaties in de verzamelingsleer (tak van de wiskunde) is de intersectie (intersection). Hierbij krijg je twee sets en is het resultaat de elementen die in beide sets voorkomen. Bijvoorbeeld {2, 3, 4} \(\cap\) {4, 5, 6} geeft {4}.

Let wel op in een set kan elk element maar één keer zitten. {“a”, “a”} is dus niet mogelijk.

Oefening

Voorbeeld

>>> uniek([4, 5, 6, 5, 4])
[4, 5, 6]
>>> intersectie([4, 5, 6, 5, 4], [5, 4])
[4, 5]