Een woordslang begint steeds met het woord "tomaat". Wil je de woordslang goed aanvullen dan moet het volgende woord met de laatste letter van het vorige woord beginnen, in dit geval een 't'. Zo is "trein" een goed woord om de woordslang aan te vullen.

Voorbeeld

tomaat \(\rightarrow\) trein \(\rightarrow\) narcis \(\rightarrow\) sleutel \(\rightarrow\) list

Opgave

Programmeer in de klasse woordslang de correcte methode void woordslang(String).

Bronnen

Vandewalle, D.1 (2018). Leren programmeren, een objectgeoriënteerde aanpak, Java in BlueJ2 (2de editie). Acco Uitgeverij3.