Op een afgelegen eiland wonen slechts twee personen. Op een dag verschijnt er een verschrikkelijk monster op het eiland. Het monster zegt dat het van plan is om de twee personen op te eten, maar dat ze nog de volgende kans krijgen om te overleven: later die dag zal het monster de twee personen tegenover elkaar opstellen met het gezicht naar elkaar. Het monster zal dan op het hoofd van elke persoon een zwarte of een witte hoed zetten. Elke persoon kan de hoed zien op het hoofd van de andere persoon, maar kan zijn of haar eigen hoed niet zien.
Het monster zal dan aan beide personen vragen om onmiddellijk en tegelijkertijd te raden welke kleur de hoed heeft die op zijn of haar hoofd staat. De persoon mag slechts één enkel woord zeggen — ofwel wit of zwart. Als beide personen het verkeerde antwoord geven, dan zal het monster ze ter plekke verslinden. Anders worden ze vrijgelaten. De twee personen krijgen een namiddag de tijd om hun strategie te plannen. De vraag is — hoe moeten ze het aanpakken?
Er bestaat een onfeilbare strategie die garandeert dat er altijd juist één persoon de juiste kleur als antwoord geeft. De makkelijkste manier om deze strategie uit te leggen is door vast te stellen dat de twee hoeden ofwel dezelfde kleur of een verschillende kleur hebben. Als je dat eenmaal doorhebt, dan bestaat de strategie erin te beslissen wie van beide personen hetzelfde zal zeggen en wie verschillend zal zeggen op basis van de kleur van de hoed die ze te zien krijgen. Met andere woorden, de personen moeten afspreken dat één persoon altijd de kleur van de hoed zal zeggen die hij of zij ziet, en dat de andere persoon altijd de omgekeerde kleur zal zeggen die hij of zij ziet. Het lijkt misschien onwaarschijnlijk, maar uit onderstaande afbeelding blijkt dat deze strategie er altijd toe zal leiden dat juist één van de twee personen het juiste antwoord zal geven, en hen daardoor redt om door het monster verslonden te worden.
De eerste twee regels bevatten telkens de kleur van de hoed die op het hoofd staat van respectievelijk de eerste en de tweede persoon: zwart of wit. De derde regel bevat een getal (1 of 2) dat aangeeft wie van de twee personen de omgekeerde kleur zal zeggen. De andere persoon zegt dan dezelfde kleur.
De uitvoer bestaat uit twee regels, die de kleur bevatten (zwart of wit) die als antwoord gegeven wordt door respectievelijk de eerste en de tweede persoon, op basis van de strategie zoals hierboven uitgelegd.
Invoer:
wit
zwart
2
Uitvoer:
zwart
zwart