Van de Body Mass Index (BMI)1 heb je wellicht al gehoord, maar wist je ook dat het een Belgische uitvinding is? Adolphe Quetelet2 bedacht het in de negentiende eeuw. Hij zocht naar verbanden tussen de lengte en de massa van soldaten. Hij zocht dus een manier om, op populatieniveau, aan statistiek te kunnen doen. Quetelet had dus nooit de bedoeling dat deze index gebruikt zou worden op individueel niveau of dat deze een normatief karakter zou krijgen.
Het Vlaams Instituut Gezond Leven gebruikt de volgende onderverdeling:
Vraag aan een gebruiker eerst zijn massa (in kg) en vervolgens de lengte (in cm). Bereken daarna het BMI. De Body Mass Index bereken je door de massa in kilogram te delen door je lengte in meter in het kwadraat. Geef dit BMI weer op het scherm, afgerond op twee decimalen.
Geef daarna ook de classificatie weer op het scherm.
BMI = massa / (lengte ** 2)
Voor een volwassen persoon van 60,2 kg en 178 centimeter verschijnt er:
Jouw BMI bedraagt: 19.0
Dit komt overeen met de categorie: gezond
Disclaimer
Heb jij een BMI tussen 18,5 en 25? Dan betekent dat niet automatisch dat je evenwichtig eet en voldoende beweegt. Het omgekeerde geldt ook: mensen met (licht) overgewicht eten niet per definitie ongezond. Fixeer je dus niet op je BMI of het getal op de weegschaal. Besteed in de eerste plaats aandacht aan evenwichtige voeding, beweeg voldoende en beperk lang stilzitten. De tips bij de voedings- en bewegingsdriehoek helpen je op weg. De BMI is bruikbaar voor mensen tussen 19 en 59 jaar (behalve bij zwangerschap en borstvoeding). Voor kinderen en jongeren wordt beroep gedaan op groeicurven en bestaan er aangepaste BMI-tabellen.