Rij van Fibonacci
Gegeven:
- Sla de eerste 100 getallen van de rij van Fibonacci op in een lijst;
- Vraag daarna aan de gebruiker welk van de 100 getallen hij wil zien;
- Druk dat getal af.
De lijst van Fibonacci gaat als volgt:
1, 1, 2, 3, 5, 8, 13, 21, 34, 55 ...
Of in formulevorm:
u(1) = 1
u(2) = 1
u(n) = u(n - 1) + u(n - 2)
Gevraagd:
- Schrijf een programma dat de eerste 100 getallen van de Fibonacci-reeks berekent en deze in een lijst opslaat;
- Vraag de gebruiker welk getal van de Fibonacci-reeks (tussen 1 en 100) hij wil zien;
- Print het gekozen getal van de Fibonacci-reeks op het scherm.
Invoer:
Voer het getal in van de Fibonacci-reeks dat u wilt zien (tussen 1 en 100): 13
Uitvoer:
Het 13 e getal in de Fibonacci-reeks is ...
Tips:
- Gebruik een
lijst
om de eerste 100 getallen van de Fibonacci-reeks op te slaan;
- We laten die
lijst
starten als volgt: fibonaci = [0, 1]
- Gebruik een
for-lus
om de getallen van de Fibonacci-reeks te berekenen en aan de lijst toe te voegen;
- Gebruik hiervoor de
append-functie
;
- Gebruik de
input()-functie
om de gebruiker te vragen welk getal van de Fibonacci-reeks hij wil zien;
- Vergeet niet om de input om te zetten naar een int;
- Print het gekozen getal van de Fibonacci-reeks naar het scherm met behulp van de print()-functie;
- Vergeet niet om de index van de lijst met 1 te verminderen, omdat de indexen in Python vanaf 0 beginnen.