Groter dan, kleiner dan, of gelijk aan 0

Schrijf een functie teken(x) dat een getal x als parameter heeft. De functie returnt een string die aangeeft of het getal positief, negatief of gelijk aan 0 is.

Voorbeelden

print(teken(37))

'POSITIEF'

print(teken(-3874))

'NEGATIEF'

print(teken(0))

'GELIJK AAN NUL'