Lees de score op 20 in voor de vakken (algebra, meetkunde en statistiek). Je bent geslaagd als je op elk vak minstens 8 hebt én in het totaal minstens 34 op 60. Ga na of iemand slaagt.
Invoer
10
14
12
Uitvoer
Proficiat, je bent geslaagd!
Invoer
6
12
15
Uitvoer
Je bent niet geslaagd omdat je op algebra minder dan 8 scoorde.
Invoer
10
12
11
Uitvoer
Je bent niet geslaagd omdat je totaalscore minder dan 34 bedraagt.