Twee studenten doen een studentenjob in een horeca-zaak. Hun uurloon is € 11,93. Ze kunnen ook kiezen om tegelijk te werken, maar dan verdienen ze elk maar € 8,75 per uur.
Je krijg 4 tijdstippen: t1, t2, t3, t4, respectievelijk het startuur en einduur van student 1 en van student 2.
Bereken het totale loon van student 1 en van student 2.
Acht regels met op elke regel een natuurlijk getal. De eerste twee regels geven respectievelijk het uur en de minuut aan van het begintijdstip van student 1, de volgende twee regels leggen op een analoge manier het eindtijdstip van student 1 vast. Op de volgende vier regels volgen begin- en eindtijdstip van student 2.
Je mag aannemen dat t1 < t2 en t3 < t4 en dat student 2 niet voor student 1 begint te werken (t1 <= t3). Je hoeft dat niet te controleren. Er wordt op één dag gewerkt, dus nooit na middernacht.
De uitvoer geeft het loon van student 1 en student 2, afgerond op 2 decimalen, zoals hieronder.
Invoer:
10
0
11
0
13
0
14
0
Uitvoer:
Student 1 verdient 11.93 euro
Student 2 verdient 11.93 euro
In deze oefening kunnen kleine verschillen optreden als gevolg van afronding. Om dit te vermijden, kan je best als volgt te werk gaan:
Bereken eerst de duur dat beide studenten gewerkt hebben (decimale getallen, bijv. 2u en 30min wordt 2.5 uur):
Vervolgens bereken je het totale loon (vermenigvuldig met respectievelijke uurlonen en tel op) en pas bij de print-opdracht doe je de afronding via de format specifier.