In de landen van de eurozone zijn muntstukken van 1, 2, 5, 10, 20 en 50 cent in omloop, naast munten van 1 en 2 euro. Wanneer een hoop euromunten wordt binnengebracht in een bank, worden de munten machinaal per soort ingedeeld en wordt het aantal munten per soort geteld. Bepaal het totaal aantal binnengebrachte munten en het totaalbedrag van alle munten samen.

Invoer

Het aantal muntstukken van 1 cent tot en met 2 euro, op 8 afzonderlijke regels.

Uitvoer

Twee regels met op de eerste regel het totaal aantal muntstukken en op de tweede regel de totale waarde van alle munten (in euro).

Voorbeeld

Invoer:

5
4
3
2
1
0
40
11

Uitvoer:

66
62.68