Bacteriorhodopsine is een 7-transmembraan eiwit, wat betekent dat het is opgebouwd uit zeven helices die het celmembraan doorkruisen (zie onderstaande figuur, links). Als gevolg hiervan moet dit eiwit bestaan uit zeven hydrofobe (waterafstotende) segmenten die niet reageren met het vette celmembraan, afgewisseld met hydrofiele segmenten die niet reageren met het waterige cytoplasma en de omgeving buiten de cel. Aan elk aminozuur van een eiwit kan een gradatie van hydrofobiciteit toegekend worden, gaande van zeer hydrofoob naar zeer hydrofiel. Onderstaande tabel (rechts) geeft de hydrofobiciteitswaarden voor de verschillende aminozuren (positieve waarden zijn hydrofoob en negatieve waarden zijn hydrofiel) zoals die werden bepaald door Kyte en Doolittle1.

bacteriorhodopsine structuur
residu waarde
A 1.8
R -4.5
N -3.5
D -3.5
C 2.5
Q -3.5
E -3.5
G -0.4
H -3.2
I 4.5
residu waarde
L 3.8
K -3.9
M 1.9
F 2.8
P -1.6
S -0.8
T -0.7
W -0.9
Y -1.3
V 4.2

De linker figuur hieronder geeft een afbeelding van de lijst met datapunten die de hydrofobiciteitswaarden van bacteriorhodopsine voorstellen. Een hydrofobiciteitswaarde geeft de kans aan dat een bepaald aminozuur in een hydrofobe regio voorkomt. Het is echter geen exacte voorspelling. Een aminozuur met een hoge hydrofobiciteit kan nog steeds in water voorkomen, en omgekeerd. Hierdoor bevat het signaal heel veel ruis, en is het vrijwel onmogelijk om hydrofobe regio's te vinden in deze figuur. Door toepassing van een wiskundige filtertechniek kan de ruis onderdrukt worden. In de middelste figuur werd bijvoorbeeld gebruikgemaakt van een gemiddelde filter, en worden de zeven helices aangegeven als gele stroken. Hierin zien we duidelijk dat de filtering het signaal versterkt, en kunnen de pieken van hoge hydrofobiciteit duidelijk gelinkt worden aan de regio's waar de helices zich bevinden. De rechter figuur is analoog aan de middelste figuur, maar maakt gebruik van een driehoeksfilter. Het effect is dat het signaal nog verder versterkt wordt.

hydrofobiciteit (ongefilterd) hydrofobiciteit (gemiddelde filter) hydrofobiciteit (driehoeksfilter)

Opgave

Voorbeeld

>>> eiwit = 'AQITGRPEWI'
>>> kd = { 
...     'A': 1.8, 'R':-4.5, 'N':-3.5, 'D':-3.5, 'C': 2.5,  
...     'Q':-3.5, 'E':-3.5, 'G':-0.4, 'H':-3.2, 'I': 4.5,   
...     'L': 3.8, 'K':-3.9, 'M': 1.9, 'F': 2.8, 'P':-1.6, 
...     'S':-0.8, 'T':-0.7, 'W':-0.9, 'Y':-1.3, 'V': 4.2
... }

>>> datapunten = hydrofobiciteit(eiwit, kd)
>>> datapunten
[1.8, -3.5, 4.5, -0.7, -0.4, -4.5, -1.6, -3.5, -0.9, 4.5]

>>> filterGemiddelde(datapunten)
[0.34, -0.92, -0.54, -2.14, -2.18, -1.2]
>>> filterGemiddelde(datapunten, breedte=5)
[0.34, -0.92, -0.54, -2.14, -2.18, -1.2]

>>> filterDriehoek(datapunten, breedte=3)
[-0.175, 1.2, 0.675, -1.5, -2.75, -2.8, -2.375, -0.2]