In deze oefening berekenen we het eindcijfer voor het vak programmeren op basis van drie deelscores: de punten voor het praktijkexamen (cijfer op 20), de punten voor het examen theorie (cijfer op 40) en de bonuspunten (0, 1 of 2).
Berekening
De bereking gaan als volgt:
- 0, 1 of 2 bonuspunten worden toegevoegd aan het cijfer voor praktijk (op 20) met als randvoorwaarde dat je via bonuspunten niet boven de 18/20 kan uitkomen voor praktijk.
- De punten voor theorie en praktijk tellen elk voor 50% van het eindcijfer
- Als een student afwezig was voor beide examens, dan is het eindcijfer 'afwe', ongeacht de bonuspunten.
- Als een student afwezig was voor één van beide examens, maar deelgenomen heeft aan het andere examen, dan krijgt de student een nulscore voor het afwezige examen. Indien de student afwezig was voor het praktijkgedeelte dan vervallen ook de bonuspunten.
- Het eindcijfer is een geheel getal op 20 en dat wordt wiskundig afgerond (een decimaal deel van .5 wordt altijd naar boven afgerond).
Invoer
De invoer bestaat uit drie resultaten, elk op een lijn. Je mag ervan uitgaan dat de input altijd de correcte vorm heeft.
- Punten voor het oefeningexamen: een geheel getal tussen 0 en 20 of de tekst "afwe"
- Punten voor het examen theorie: een geheel getal tussen 0 en 40 of de tekst "afwe"
- Bonuspunten: het getal 0, 1 of 2
Uitvoer
De uitvoer is een geheel getal tussen 0 en 20 of de string afwe.
Waarschuwing
Python gebruikt afronding die afwijkt van hetgene in deze opgave gevraagd wordt. Zorg ervoor dat een decimaal deel van 0.5 altijd naar boven wordt afgerond. Zie ook de slides bij les 2.
Voorbeeld 1
Invoer:
afwe
afwe
2
Uitvoer:
afwe
Voorbeeld 2
Invoer:
13
28
0
Uitvoer:
14
Voorbeeld 3
Invoer:
19
afwe
2
Uitvoer:
10
Bonus points