Gevraagd

Een string is een palindroom als het zowel voorwaarts als achterwaarts hetzelfde leest. Woorden zoals “mom,” “dad” en “noon” zijn bijvoorbeeld allemaal palindromen. De oefening is om een programma te schrijven dat de gebruiker vraagt om een string in te voeren en rapporteert of de string een palindroom is. Een oplossing is om te controleren of het eerste karakter in de string hetzelfde is als het laatste karakter. Als dat het geval is, controleer dan of het tweede karakter hetzelfde is als het op een na laatste karakter. Dit proces gaat door totdat een ongelijkheid wordt gevonden of alle tekens in de string zijn gecontroleerd, met uitzondering van het middelste karakter als de string een oneven aantal tekens heeft.

Specificaties

• Schrijf je programma als een functie met als argument een string die de input van de user voorstelt. De functie checkt of de string een palindroom is en print de juiste uitvoer naar de terminal.

Voorbeeld 1

Hieronder staat een voorbeelduitvoering van de opdracht. De tekst in rood vertegenwoordigt invoer door de gebruiker en wordt logischerwijs niet door uw programma afgedrukt.

Enter a string: 
Hannah
The string Hannah is a palindrome.

Voorbeeld 2

Voer een string in:
ugent
The string ugent is not a palindrome.