Lang voor de smartphone kon je het spelletje Snake ook al spelen op een mobiele telefoon of op een spelcomputer. Met de pijltjes op het toetsenbord kan je de richting van de beweging van de slang veranderen. Telkens de slang een koekje eet, wordt de slang een aantal pixels langer. Het spel stopt wanneer de slang in zichzelf bijt, meestal omdat de slang te lang geworden is en ze nog moeilijk te besturen valt. Een ander dodelijk scenario is de slang laten omkeren.

In een lijst van pijltjestoetsen ga je op zoek naar zo een dodelijke combinatie. Als toetsen gebruik je "<" , ">", "v" en "^". Een voorbeeld van een lijst van commando’s is:

["<", "v", "<", ">", "<", "^"]

Je merkt dat het 4e commando het tegengestelde is van het 3e commando: het spel heeft dus 3 opeenvolgende niet-dodelijke commando’s verwerkt.

Veronderstel dat de slang op het scherm start op de pixel met coördinaten \((0,0)\) en dat bij elke pijltjestoets de slang juist één pixel verplaatst wordt, dan is de laatste levende positie van de kop van de slang \((-2,-1)\).

Opgave

Programmeer de volgende drie functies:

• beweeg(): Aan deze functie geef je de coördinaten mee van de slang en een pijltjestoets. De functie verplaatst de kop van de slang 1 pixel in de richting van het pijltje en geeft de nieuwe coördinaten in een list terug.
• teruggekeerd(): De functie vraagt twee pijltjestoetsen in een list. De functie geeft Trueterug indien de twee pijltjes tegengestelde richtingen zijn, bijvoorbeeld "<" en ">". In het andere geval wordt False teruggegeven.
• laatste_levende_positie(): De functie vraagt een niet-lege list van pijltjestoetsen en geeft de \(x\)- en \(y\)-coördinaat van de laatste levende positie terug in een list.

Voorbeelden

>>> beweeg([0, 0], "<")
[-1, 0]

>>> teruggekeerd(['v', '>'])
False

>>> laatste_levende_positie(['v', '>', 'v', '<', '^', '>'])
[1, -1]

>>> laatste_levende_positie(['<', 'v', '>', '^', '^', '>', '>', '<', 'v', 'v'])"
[2, 1]