Een zoemwoord (Engels: buzzword) is een modewoord dat geen duidelijke betekenis heeft. Een voorbeeld is het woord manager: zonder verdere omschrijving is het immers niet duidelijk wat dit beroep precies inhoudt. Als de term uit meerdere woorden bestaat, dan spreken we van een zoemzin. Een voorbeeld hiervan is think outside the box.
In 1968 publiceerde Newsweek een humoristisch artikel How to Win at Wordsmanship1 van de hand van Philip Broughton. Hierin beschreef hij een waterdichte methode om frustratie om te zetten in (taalkundige) daadkracht. Broughtons methode werd eufemistisch de Systematic Buzz Phrase Projector gedoopt, en gebruikt een lexicon van 30 zorgvuldig uitgekozen zoemwoorden.
0. integrated | 0. management | 0. options |
1. total | 1. organizational | 1. flexibility |
2. systematized | 2. monitored | 2. capability |
3. parallel | 3. reciprocal | 3. mobility |
4. functional | 4. digital | 4. programming |
5. responsive | 5. logistical | 5. concept |
6. optional | 6. transitional | 6. time-phase |
7. synchronized | 7. incremental | 7. projection |
8. compatible | 8. third-generation | 8. hardware |
9. balanced | 9. policy | 9. contingency |
De procedure is heel eenvoudig: denk aan een getal dat bestaat uit drie cijfers en selecteer het corresponderende zoemwoord uit elke kolom. Zo produceert het getal 257 de zoemzin systematized logistical projection die je in elke technische discussie of elk technisch rapport kunt laten vallen om gewichtig over te komen. Broughton zei hierover:
Geen kat zal weten waarover je het hebt, maar het belangrijkste is dat ze het nooit zullen toegeven.
Sinds dit artikel werden er tal van generatoren voor zoemzinnen ontwikkeld, onder andere voor ambitieuze managers die carrière willen maken in het bedrijfsleven2 (holistically embrace customer-directed imperatives) of om te kunnen vloeken zoals Shakespeare3 (Thou impertinent urchin-faced miscreant!). Als je in Google gebruik maakt van de zoekterm "buzz-phrase generator" dan vind je heel wat voorbeelden op het Internet, maar het leukste is natuurlijk om er zelf één in elkaar te knutselen.
We stellen een woordenlijst voor als een reeks (list of tuple) van strings (str).
Schrijf twee functies zoemzin1 en zoemzin2 waaraan telkens één of meer woordenlijsten moeten doorgegeven worden. Beide functies moeten exact hetzelfde doen: ze moeten uit elke woordenlijst willekeurig één woord kiezen en deze woorden samenvoegen, waarbij de woorden telkens van elkaar gescheiden worden door één enkele spatie. Ze moeten deze willekeurig samengevoegde woorden (str) teruggeven.
Aan de functie zoemzin1 moet een reeks (list of tuple) van één of meer woordenlijsten doorgegeven worden.
Aan de functie zoemzin2 moeten de woordenlijsten als afzonderlijke argumenten doorgegeven worden.
>>> buzz1 = ('integrated', 'total', 'systematized', 'parallel', 'functional', 'responsive', 'optional', 'synchronized', 'compatible', 'balanced')
>>> buzz2 = ('management', 'organizational', 'monitored', 'reciprocal', 'digital', 'logistical', 'transitional', 'incremental', 'third-generation', 'policy')
>>> buzz3 = ('options', 'flexibility', 'capability', 'mobility', 'programming', 'concept', 'time-phase', 'projection', 'hardware', 'contingency')
>>> zoemzin1((buzz1, buzz2, buzz3))
'compatible monitored capability'
>>> zoemzin2(buzz1, buzz2, buzz3)
'optional logistical time-phase'
>>> shakespeare1 = ['Thou']
>>> shakespeare2 = ['artless', 'bawdy', 'beslubbering', 'bootless', 'churlish', 'cockered', 'clouted', 'craven', 'currish', 'dankish', 'dissembling', 'droning', 'errant', 'fawning', 'fobbing', 'froward', 'frothy', 'gleeking', 'goatish', 'gorbellied', 'impertinent', 'infectious', 'jarring', 'loggerheaded', 'lumpish', 'mammering', 'mangled', 'mewling', 'paunchy', 'pribbling', 'puking', 'puny', 'quailing', 'rank', 'reeky', 'roguish', 'ruttish', 'saucy', 'spleeny', 'spongy', 'surly', 'tottering', 'unmuzzled', 'vain', 'venomed', 'villainous', 'warped', 'wayward', 'weedy', 'yeasty']
>>> shakespeare3 = ['base-court', 'bat-fowling', 'beef-witted', 'beetle-headed', 'boil-brained', 'clapper-clawed', 'clay-brained', 'common-kissing', 'crook-pated', 'dismal-dreaming', 'dizzy-eyed', 'doghearted', 'dread-bolted', 'earth-vexing', 'elf-skinned', 'fat-kidneyed', 'fen-sucked', 'flap-mouthed', 'fly-bitten', 'folly-fallen', 'fool-born', 'full-gorged', 'guts-griping', 'half-faced', 'hasty-witted', 'hedge-born', 'hell-hated', 'idle-headed', 'ill-breeding', 'ill-nurtured', 'knotty-pated', 'milk-livered', 'motley-minded', 'onion-eyed', 'plume-plucked', 'pottle-deep', 'pox-marked', 'reeling-ripe', 'rough-hewn', 'rude-growing', 'rump-fed', 'shard-borne', 'sheep-biting', 'spur-galled', 'swag-bellied', 'tardy-gaited', 'tickle-brained', 'toad-spotted', 'urchin-snouted', 'weather-bitten']
>>> shakespeare4 = ['apple-john', 'baggage', 'barnacle', 'bladder', 'boar-pig', 'bugbear', 'bum-bailey', 'canker-blossom', 'clack-dish', 'clotpole', 'coxcomb', 'codpiece', 'death-token', 'dewberry', 'flap-dragon', 'flax-wench', 'flirt-gill', 'foot-licker', 'fustilarian', 'giglet', 'gudgeon', 'haggard', 'harpy', 'hedge-pig', 'horn-beast', 'hugger-mugger', 'jolthead', 'lewdster', 'lout', 'maggot-pie', 'malt-worm', 'mammet', 'measle', 'minnow', 'miscreant', 'moldwarp', 'mumble-news', 'nut-hook', 'pigeon-egg', 'pignut', 'puttock', 'pumpion', 'ratsbane', 'scut', 'skainsmate', 'strumpet', 'varlet', 'vassal', 'whey-face', 'wagtail']
>>> zoemzin1([shakespeare1, shakespeare2, shakespeare3, shakespeare4])
'Thou wayward doghearted jolthead'
>>> zoemzin2(shakespeare1, shakespeare2, shakespeare3, shakespeare4)
'Thou fobbing half-faced flap-dragon'