Een uitbater van een schoenenwinkel lanceert tijdens de maand juli een actie voor zijn trouwe klanten. Elk paar schoenen kost € 60,00. Indien een klant over een klantenkaart beschikt en bovendien 2 of meer paar schoenen koopt, dan krijgt hij 15% korting op elk gekocht paar.
Schrijf een programma dat de prijs voor een klant berekent.
Als invoer wordt het aantal gekochte paar schoenen gevraagd en óf de klant een klantenkaart heeft of niet (ja
of nee
), in deze volgorde.
Het programma drukt vervolgens het €-teken af, gevolgd door de prijs in euro.
Invoer
2
ja
Uitvoer
102.0