Wanneer je een Python programma geschreven hebt, zie je de naam van het programma in de folder waar je het hebt opgeslagen. Je kunt proberen het uit te voeren op dezelfde manier waarop je andere programma’s start, bijvoorbeeld door erop dubbel te klikken. Voor veel Python programma’s geldt dat als je ze op deze manier probeert te starten, je niks ziet gebeuren, of niet meer dan een flits van een zwart window, waarna er niks meer gebeurt. De reden is dat Python programma’s worden uitgevoerd in een “command-line shell” van het besturingssysteem. Als je geen Linux gebruiker bent, is dat waarschijnlijk niet iets waar je mee bekend bent. Wat er gebeurt is dat Python de command-line shell opent, het programma draait, en als het programma afgelopen is, de shell weer sluit. Dat geeft je het gevoel dat er niks gebeurt, maar er is wel degelijk iets gebeurd – je zag alleen niet wat.

Voor het grootste deel van dit boek kun je je programma’s gewoon draaien in de editor waarin je ze schrijft, zoals ik hierboven beschreef voor IDLE. Je kunt de command-line shell openen (dit is gewoonlijk een wat verborgen optie in de lijst van geïnstalleerde programma’s) en de programma’s “handmatig” draaien, maar er is zelden een reden om dat te doen.