Schrijf een programma waarin 2 functies staan:
def oplossingen_vkv(a, b, c):
en
def schrijf_oplossing_vkv_uit(a, b, c):
De functie oplossingen_vkv(a, b, c)
heeft 3 getallen a, b en c als parameter, die de coefficiënten van een VKV in standaardvorm voorstellen.
Deze functie berekent de oplossingen van deze vergelijking en geeft deze terug in een lijst. (Die lijst zal dus 0, 1 of 2 elementen bevatten.)
De functie schrijf_oplossing_vkv_uit(a, b, c)
heeft diezelfde a, b en c als parameter, en schrijft de oplossing uit in een zinnetje. De mogelijke zinnen staan in de voorbeelden.
oplossingen_vkv(1, 0, 1)
schrijf_oplossing_vkv_uit(1, 0, 1)
[]
'1x² + 0x + 1 = 0 heeft geen reële oplossingen.'
oplossingen_vkv(1, 2, 1)
schrijf_oplossing_vkv_uit(1, 2, 1)
[-1.0]
'1x² + 2x + 1 = 0 heeft 1 oplossing: x = -1.0.'
oplossingen_vkv(1, -5, 6)
schrijf_oplossing_vkv_uit(1, -5, 6)
[2.0, 3.0]
'1x² + -5x + 6 = 0 heeft als oplossingen: x = 2.0 en x = 3.0.'