Schrijf een programma dat een toevalsgetal neemt tussen 1 en 1000 (je kunt randint() daarvoor gebruiken). Het programma vraagt de gebruiker het getal te raden. Na iedere poging van de gebruiker zegt het programma “Lager” als het te raden getal lager is, “Hoger” als het te raden getal hoger is, of “Je hebt het geraden!” als het getal correct is. Het programma eindigt met afdrukken hoeveel pogingen de gebruiker nodig had om het getal te raden. Voor test-doeleinden kan het slim zijn om het te raden getal op het scherm te laten zien, totdat je zeker weet dat het programma goed werkt.

Invoer

Een numerieke score (percentage) voorgesteld als een natuurlijk getal \(s \in [0, 100]\).

Uitvoer

De letterscore die correspondeert met \(s\).

Voorbeeld

Invoer:

87

Uitvoer:

B