Wereldwijd worden mensen zich steeds vaker bewust van het feit dat we dringend onze visie moeten herzien over wat vooruitgang betekent. Hierbij is het cruciaal dat we de manier waarop vooruitgang wordt gemeten, afstemmen op de dingen die we werkelijk belangrijk vinden. De statistieken die momenteel gebruikt worden om vooruitgang af te meten, schieten hierin duidelijk tekort.
De Happy Planet Index (HPI) meet wat echt telt. Ze vertelt ons hoe goed landen het doen om hun inwoners een goed leven te laten leiden, zonder daarbij de toekomst van volgende generaties te schaden en dus een duurzaam welzijn voor iedereen te garanderen.
In haar HPI rapport van 2012 onthult de New Economics Foundation dat we nog steeds op een ongelukkige planeet leven — waarbij zowel landen met een hoog als een laag gemiddeld inkomen voor verschillende uitdagingen staan om hetzelfde algemene doel te verwezenlijken. Maar het rapport toont ook aan dat een goed leven niet ten koste moet gaan van moeder Aarde — dat landen met het hoogste welzijn niet altijd die landen zijn die de grootste ecologische voetafdruk hebben.
De HPI is een van de eerste wereldwijde statistieken voor duurzaam welzijn. Ze is gebaseerd op gegevens over welzijn, levensverwachting en de ecologische voetafdruk om een index te berekenen die aangeeft hoe efficiënt landen zijn om hun inwoners een lang en gelukkig leven te laten leiden, en tegelijkertijd te garanderen dat toekomstige generaties hetzelfde kunnen doen. \[\text{HPI} = \frac{\text{welzijn} \times \text{levensverwachting}}{\text{ecologische voetafdruk}}\] In essentie is de HPI een maat van doeltreffendheid. Ze berekent het aantal gelukkige levensjaren in functie van het gebruik van natuurlijke rijkdommen. Deze eenvoudige indicator laat duidelijk aanvoelen of een bepaalde gemeenschap in de goeie richting aan het werken is. Het is een essentieel hulpmiddel voor beleidsmakers om ervoor te zorgen dat fundamentele waarden worden afgetoest bij het nemen van cruciale beleidsmaatregelen.
De eerste regel van de invoer bevat de naam van een land. Daarna volgen drie regels die elk een floating point getal bevatten. Deze getallen staan respectievelijk voor het waargenomen welzijn, de gemiddelde levensverwachting en de ecologische voetafdruk van het land.
De uitvoer bestaat uit de zin De HPI van land is hpi., waarbij de cursieve fragmenten moeten ingevuld worden op basis de gegevens uit de invoer of berekende waarden. Op de positie land moet de naam van het gegeven land ingevuld worden. Op de positie hpi moet de berekende HPI van het land uitgeschreven. Deze waarde moet uitgeschreven worden als een floating point getal met twee decimale cijfers, waarbij afronding gebruikt wordt om de decimale cijfers te bepalen.
Invoer:
België
6.9
80.0
7.1
Uitvoer:
De HPI van België is 77.75.
Invoer:
Duitsland
6.7
80.4
4.6
Uitvoer:
De HPI van Duitsland is 117.10.