Woorden worden isomorf genoemd indien er een vertaling betaat van het ene naar het andere woord. Onder vertaling bedoelt men dat je een letter door een andere letter vervang. Hierbij mag je geen twee verschillende letters door eenzelfde letter vervangen, je mag wel letters behouden. De volgorde moet bewaard blijven.
De woorden bal
en pet
zijn bijvoorbeeld isomorf, je kan immers b
vervangen door p
, a
door e
en l
door t
.
De woorden maan
en mens
zijn niet isomorf, indien je immers a
vervangt door e
zal je de n
uit mens niet kunnen bekomen.
Schrijf een functie is_isomorf(woord1, woord2)
dat controleert of de twee woorden al dan niet isormorf zijn. Bestudeer onderstaande voorbeelden.
>>> is_isomorf("bal", "pet")
True
>>> is_isomorf("maan", "mens")
False
>>> is_isomorf("regen", "leven")
True
>>> is_isomorf("levensloop", "levensloop")
True