In deze oefening ga je een csv-bestand met misdaadcijfers inladen. Het volledige pad naar het bestand staat in de variabele bestandspad.

Je moet een dataframe genaamd misdaad_data aanmaken door het CSV-bestand in te lezen. Volg deze stappen:

  1. Controleer met getwd() in welke map R nu werkt.
  2. Bepaal de map waarin het CSV-bestand staat met dirname(bestandspad).
  3. Bewaar je huidige werkmap zodat je er later naar kunt terugkeren.
  4. Zet de werkmap met setwd() naar de map van het CSV-bestand.
  5. Lees het bestand in met read.csv() en gebruik basename(bestandspad) om alleen de bestandsnaam op te geven.
  6. Sla het resultaat op als misdaad_data.
  7. Zet de werkmap eventueel terug naar de oorspronkelijke map.
# Voorbeeld van bestandspad structuur
bestandspad  # Dit bevat het pad naar het CSV-bestand dat je moet inladen

# Stap 1: Controleer huidige werkmap
huidige_map <- getwd()

# Stap 2: Bepaal de map waarin het bestand staat
data_map <- dirname(bestandspad)  # Geeft alleen het pad naar de map

# Stap 3-4: Wissel naar de map met het CSV-bestand
setwd(data_map)

# Stap 5-6: Lees het bestand in met de juiste naam
misdaad_data <- read.csv(basename(bestandspad))  # basename geeft alleen de bestandsnaam

# Stap 7: Ga terug naar de oorspronkelijke map
setwd(huidige_map)

Hint:
Gebruik de functies dirname() en basename() om respectievelijk de map en de bestandsnaam uit het volledige pad te halen. Controleer altijd of je werkmap correct staat voordat je een bestand inleest. Het is ook mogelijk om direct read.csv(bestandspad) te gebruiken zonder de werkmap te wijzigen, maar voor deze oefening is het belangrijk om te oefenen met het manipuleren van bestandspaden.