Een supermarkt wil een grote levering waterflessen netjes verdelen over kratten van verschillende grootte, zodat er zo min mogelijk losse flessen overblijven.
Er zijn drie soorten kratten:
De supermarkt wil zoveel mogelijk grote kratten gebruiken en pas daarna middelgrote en kleine kratten.
Schrijf een programma dat het aantal flessen water inleest en vervolgens berekent:
Druk het resultaat duidelijk af, één gegeven per lijn.
Voor een invoer van 55 flessen verschijnt er:
kratten 12: 4
kratten 6: 1
kratten 4: 0
overschot flessen: 1
Voor een invoer van 30 flessen verschijnt er:
kratten 12: 2
kratten 6: 1
kratten 4: 0
overschot flessen: 0