Het spiegelbeeld van letter $$\alpha$$ op afstand $$n \in \mathbb{N}$$ wordt gevormd door het letterpaar $$\alpha_{-n}\,\alpha_{+n}$$. De twee letters van dit spiegelbeeld worden bepaald door het alfabet in wijzerzin rond een cirkel te plaatsen, waardoor na de letter Z terug de letter A volgt.

spiegelbeeld
Het letterpaar OC is het spiegelbeeld van letter V (oranje) op afstand $$n = 7$$, omdat letter O in het alfabet rond de cirkel op 7 stappen in tegenwijzerzin staat van letter V (blauw) en letter C op 7 stappen in wijzerzin van letter V (groen).

De letter $$\alpha_{-n}$$ wordt dan bekomen door vanaf letter $$\alpha$$ in tegenwijzerzin $$n$$ stappen terug te springen in het alfabet rond de cirkel. De letter $$\alpha_{+n}$$ wordt bekomen door vanaf letter $$\alpha$$ in wijzerzin $$n$$ stappen vooruit te springen in het alfabet rond de cirkel. Op die manier zijn $$\alpha_{-n}$$ en $$\alpha_{+n}$$ dus elkaars spiegelbeeld ten opzichte van de letter $$\alpha$$. Het letterpaar OC is bijvoorbeeld het spiegelbeeld van letter V (oranje) op afstand $$n = 7$$, omdat letter O op 7 stappen in tegenwijzerzin staat van letter V (blauw) en letter C op 7 stappen in wijzerzin van letter V (groen).

Bij Narcissuscodering wordt een bericht gecodeerd door elke letter te vervangen door zijn spiegelbeeld op afstand $$n \in \mathbb{N}$$. De letters van het eerste woord van het bericht worden gecodeerd met afstand $$n=1$$, die van het tweede woord met afstand $$n=2$$, die van het derde woord met afstand $$n=3$$, enzoverder. Daarbij bestaan de woorden van het bericht uit de langst mogelijke opeenvolging van letters. Twee woorden worden dus altijd van elkaar gescheiden door één of meer karakters die geen letter zijn. Een karakter dat geen letter is, blijft bij het coderen gewoon staan. Een hoofdletter wordt gecodeerd als een paar hoofdletters en een kleine letter als een paar kleine letters. Zo wordt het bericht

Een, Twee, Drie, Vier, Vijf, Zes, Zeven, Acht, Negen, Tien, Elf, Twaalf, Dertien, Veertien & Vijftien!

bijvoorbeeld gecodeerd als

DFdfmo, RVuycgcg, AGouflbh, RZemainv, QAdneoak, TFykmy, SGxlocxlgu, SIukzplb, EWvnxpvnew, JDysuodx, TPawuq, HFkiomomzxtr, QQrreeggvvrraa, HJqsqsdffhuwqszb & GKtxuyqueitxptyc!

Daarbij wordt het woord Een met afstand $$n=1$$ gecodeerd als DFdfmo, het woord Twee met afstand $$n=2$$ als RVuycgcg, het woord Drie met afstand $$n=3$$ als AGouflbh, ..., en het woord Vijftien met afstand $$n=15$$ als GKtxuyqueitxptyc.

Opgave

Voorbeeld

>>> sprong('V', 7)
'C'
>>> sprong('v', -7)
'o'
>>> sprong('!', 13)
Traceback (most recent call last):
AssertionError: ongeldige letter: !

>>> spiegelbeeld('V', 1)
'UW'
>>> spiegelbeeld('v', 7)
'oc'
>>> spiegelbeeld('!', 13)
Traceback (most recent call last):
AssertionError: ongeldige letter: !

>>> fixatie('UW', 1)
'V'
>>> fixatie('oc', 7)
'v'
>>> fixatie('cm', 4)
Traceback (most recent call last):
AssertionError: ongeldig paar: cm

>>> codeer('Een, Twee, Drie, Vier, Vijf, Zes, Zeven, Acht, Negen, Tien, Elf, Twaalf, Dertien, Veertien & Vijftien!')
'DFdfmo, RVuycgcg, AGouflbh, RZemainv, QAdneoak, TFykmy, SGxlocxlgu, SIukzplb, EWvnxpvnew, JDysuodx, TPawuq, HFkiomomzxtr, QQrreeggvvrraa, HJqsqsdffhuwqszb & GKtxuyqueitxptyc!'
>>> codeer('And Now for Something Completely Different')
'ZBmoce LPmquy cilrou OWksiqaipxdlemjrck XHjthrkugqzjoyzjgqtd XJcozlzlyklxykhtnz'

>>> decodeer('DFdfmo, RVuycgcg, AGouflbh, RZemainv, QAdneoak, TFykmy, SGxlocxlgu, SIukzplb, EWvnxpvnew, JDysuodx, TPawuq, HFkiomomzxtr, QQrreeggvvrraa, HJqsqsdffhuwqszb & GKtxuyqueitxptyc!')
'Een, Twee, Drie, Vier, Vijf, Zes, Zeven, Acht, Negen, Tien, Elf, Twaalf, Dertien, Veertien & Vijftien!'
>>> decodeer('ZBmoce LPmquy cilrou OWksiqaipxdlemjrcm XHjthrkugqzjoyzjgqtd XJcozlzlyklxykhtnz')
Traceback (most recent call last):
AssertionError: ongeldig paar: cm

Epiloog

Narkissos (Oudgrieks: Νάρκισσος) of Narcissus (Latijn) is een figuur uit de Griekse mythologie. Hij was een zoon van de riviergod Kephissos5 en de nimf Liriope. Het verhaal van Narcissus is vooral bekend van Ovidius6, die de Griekse mythe in Latijnse dichtvorm heeft overgeleverd (Metamorfosen 3.341-510). De versie van Ovidius vertelt het verhaal vanaf de metamorfose van de nimf Echo tot en met de metamorfose van Narcissus.

narcissus
Narcissus door Jan Cossiers (17e eeuw).

Narcissus was een jager uit Thespiae7 in Boeotië8 die bekend stond omwille zijn schoonheid, maar halsstarrig alle romantische avances bleef verwerpen. Uiteindelijk werd hij verliefd op zijn eigen spiegelbeeld in een plas water, waarnaar hij de rest van zijn leven bleef staren. Na zijn dood ontkiemde bij deze plaats aan het water een bloem die zijn naam droeg.

De mythe van Narcissus ligt aan de basis van de term narcisme9, die gebruikt wordt om iemand te benoemen die vervuld is van eigenliefde of een ziekelijke fixatie voor zichzelf vertoont (een narcist).