In deze oefening programmeren we de klasse Driehoek, waabij elk object van deze klasse een driehoek in het $$(x,y)$$-vlak voorstelt. Per driehoek stockeer je dan ook 6 reële getallen, namelijk de $$(x, y)$$-coördinaten van de hoekpunten $$A$$, $$B$$ en $$C$$.
Programmeer het onderstaande:

Voorbeeld

d = Driehoek((1.0, 2.0), (3.0, 4.0), (5.0, 6.0))
print(d)			-> [(1.00,2.00),(3.00,4.00),(5.00,6.00)]
print(eval(repr(d)) == d)	-> True
print(d * (math.pi/2.0))	-> [(-2.00,1.00),(-4.00,3.00),(-6.00,5.00)]
print(math.pi/2.0 *d)		-> [(-2.00,1.00),(-4.00,3.00),(-6.00,5.00)]
d *= math.pi/2.0			
print(d)			-> [(-2.00,1.00),(-4.00,3.00),(-6.00,5.00)]