We hebben eerder geleerd hoe we strings aan elkaar kunnen plakken door ze op te tellen.

Maar wat gebeurt er als je probeert twee strings met elkaar te vermenigvuldigen? Bijvoorbeeld "fiets" * "appel"? Dat slaat natuurlijk nergens op!

Maar waar kan je strings dan wél mee vermenigvuldigen? Wat als je een string met een getal vermenigvuldigt? Als je bijvoorbeeld "fiets" * 3 doet, dan is dat eigenlijk hetzelfde als wanneer je "fiets" + "fiets" + "fiets" zou doen (3 keer "fiets"). Je krijgt dus "fietsfietsfiets": het woord “fiets” drie keer achter elkaar geplakt.

We kunnen bijvoorbeeld schrijven:

resultaat = "fiets" * 3

Wat gebeurt er hier?

  1. De computer plakt het woord "fiets" drie keer achter elkaar.
  2. Het resultaat daarvan is "fietsfietsfiets".
  3. Dat resultaat wordt opgeslagen in de variabele resultaat.

Nu weet de computer dus dat resultaat gelijk is aan "fietsfietsfiets", en kun je dat later opnieuw gebruiken.



Opdracht

Maak een variabele resultaat aan die het resultaat van "fiets" * 3 opslaat.