Schrijf een prolog predicaat my_permutation/2 die waar is als de lijsten die geven zijn als argumenten op een permutatie na gelijk zijn. Zorg er bovendien voor dat je als je een “Proper list” geeft als eerste argument, het tweede argument een permutatie terug geeft. met andere woorden, zorg voor een mode1 van my_permutation(+,-).

?- my_permutation([1, 3, 3, 7], Ans).
Ans = [1, 3, 3, 7] ;
Ans = [3, 1, 3, 7] ;
Ans = [3, 3, 1, 7] ;
Ans = [3, 3, 7, 1] ;
Ans = [1, 3, 3, 7] ;
Ans = [3, 1, 3, 7]
...