In de basisschool was het eerste wat we leerden over vermenigvuldigen de tafel van vermenigvuldiging tot 10. We gieten dit in een programma. Een gebruiker kiest een getal en het programma toont de tafel ervan tot 10.
Mogelijks maakt je deze oefening reeds als toets op het vorige hoofdstuk, met de while (voorwaardelijke herhaling). Deze oefening maken we opnieuw, deze keer gebruikmakend van de for loop, de onvoorwaardelijke herhaling.
Volgende leerstofonderdelen komen aan bod:
Maak een programma dat:
Een geheel getal van 1 tot 10.
De tafel tot 10 van het ingevoerde getal.
Dit zijn slechts voorbeelden! Wanneer je een oplossing indient, zal de computer zelf getallenreeksen gebruiken om je oefening te testen.
Invoer
5
Uitvoer
1 x 5 = 5 2 x 5 = 10 3 x 5 = 15 4 x 5 = 20 5 x 5 = 25 6 x 5 = 30 7 x 5 = 35 8 x 5 = 40 9 x 5 = 45 10 x 5 = 50
Invoer
19
Uitvoer
Fout! Het ingevoerde getal moet tussen 1 en 10 liggen.