Een lus is een manier om code meerdere keren uit te voeren. Python kent 2 lussen: de for lus en de while lus. In deze les leren we de for lus.
for letter in "Tom":
print(letter)
'T'
'o'
'm'
Een for-lus heeft telkens dezelfde constructie:
for <variabele> in <verzameling>:
<commando1>
<commando2>
...
Het keyword for
begint de for lus. Hierna volgt een variabele, het keyword in
, en een verzameling (zoals een string of een list). Als laatste staat er een dubbelpunt, gevolgd door een aantal commando’s.
De for lus gaat door de verzameling (in ons voorbeeld de String "Tom"
):
letter
) wordt het eerste element (de letter 'T'
).print(letter)
).letter
) wordt het tweede element (de letter 'o'
).print(letter)
).We kunnen for lussen gebruiken om code meermaals uit te voeren, bijvoorbeeld:
def begroet(naam):
print(f"Hallo, {naam}.")
for naam in ["Tom", "Lucie", "Ellen"]:
begroet(naam)
"Hallo, Tom."
"Hallo, Lucie."
"Hallo, Ellen."
We kunnen ook een functie schrijven die bvb de som van een lijst met getallen berekent:
def som(lijst):
antwoord = 0
for getal in lijst:
antwoord += getal
return antwoord
som([1, 3, 5])
som([4, 5, 6, 7])
9
22