In deze oefening berekenen we het eindcijfer voor het vak programmeren op basis van drie deelscores: de punten voor het oefeningenexamen (cijfer op 18), de punten voor het mondelinge examen theorie (cijfer op 10) en de bonuspunten (0, 1 of 2).
De bereking gaan als volgt:
Gebruik voor het afronden naar het dichtstbijzijnde natuurlijk getal het standaard afrondgedrag van Python110. Het "dichtsbijzijnde" natuurlijk getal is immers niet uniek voor halve waarden die even dicht liggen bij de twee naburige natuurlijke getallen die net groter en net kleiner zijn dan de waarde. Python lost deze dubbelzinnigheid op door altijd het even getal te kiezen als er twee getallen even ver liggen.
>>> round(1.5) 2 >>> round(2.5) 2 >>> round(3.5) 4 >>> round(4.5) 4
Gebruik voor deze oefening de functie round. Let erop dat je geen tussenresultaten afrondt. Bereken het eindcijfer en wacht tot op het einde met afronden. Als je immers het eindcijfer afrondt alvorens je een bonuspunt bijtelt, kan dit een ander resultaat geven dan eerst een bonuspunt bij te tellen en dan pas af te ronden.
Voorbeeld
>>> round(12.5) + 1 13 >>> round(12.5 + 1) 14
De invoer bestaat uit drie gehele getallen, elk op een lijn. Je mag ervan uitgaan dat de input correct is.
De uitvoer is een geheel getal tussen 0 en 20.
Invoer:
16
7
0
Uitvoer:
17
Invoer:
16
7
2
Uitvoer:
18
Invoer:
4
2
2
Uitvoer:
6