Zoals je weet draait de grote wijzer (blauw) een volledige toer, terwijl de kleine wijzer (rood) slechts 1 uur vooruit gaat.
In andere woorden … op de tijd dat de kleine wijzer (rood) een volledige toer maakt, maakt de grote wijzer (blauw) 12 volledige toeren.
Bij elke positie van de kleine wijzer (rood) hoort er exact 1 positie van de grote wijzer (blauw).
De positie van een wijzer wordt aangeduid door de hoek die de wijzer heeft tov de 12u positie. Die hoek wordt uitgedrukt in graden, en kan een waarde aannemen van 0° tot 360°.
Schrijf een programma dat de positie bepaalt van de grote wijzer (blauw), op basis van de positie van de kleine wijzer (rood).
In het bovenstaande voorbeeld staat de kleine wijzer van de analoge klok op 190°. (controleer dat)
Het programma moet aan de hand van de stand van de kleine wijzer (= invoer) bepalen wat de positie is van de grote wijzer (= uitvoer). De uitvoer is de hoek die de grote wijzer maakt (in graden) tov de 12u positie.
Invoer en uitvoer zijn beide natuurlijke getallen. (als de hoek die de kleine wijzer maakt een natuurlijk getal is, geldt dat immers ook automatisch voor de hoek van de grote wijzer)
Het programma …
Tip
De moeilijkheid zit vooral in het vinden van het verband tussen invoer en uitvoer.
Op de tijd dat de kleine wijzer 1u vooruit draait (30°), draait de grote wijzer een volledige toer (360°).
Een getal h ∈ N.
Eén getal dat de positie aangeeft van de grote wijzer (uitgedrukt in graden tov de 12 positie).
Situatie
Tijdstip: 00u14
Invoer (positie van kleine wijzer in graden voorbij middernacht)
7
Uitvoer (positie van grote wijzer in graden voorbij middernacht)
84
Situatie
Tijdstip: 03u46
Invoer (positie van kleine wijzer in graden voorbij middernacht)
113
Uitvoer (positie van grote wijzer in graden voorbij middernacht)
276
Situatie
Tijdstip: 07u48
Invoer (positie van kleine wijzer in graden voorbij middernacht)
234
Uitvoer (positie van grote wijzer in graden voorbij middernacht)
288